In een oud appartementencomplex in Mexico-Stad vertelden de verweerde muren en vervaagde tegelvloeren verhalen uit vervlogen tijden.
Juan Pérez, een 34-jarige civiel ingenieur, woonde met zijn jonge zoon Diego in een appartement vol pijnlijke herinneringen.
Een jaar geleden overleed zijn vrouw Claudia aan complicaties tijdens de bevalling. Hierdoor moest hij nu alleen voor Diego zorgen, terwijl hij zo verdrietig was om zijn verlies.
Diego, die net één was geworden, huilde zelden, glimlachte zelden en was ongewoon stil. Zijn vreemde gedrag – constant met zijn gezicht naar de muur – en de drie woorden die hij fluisterde, lieten Juan in shock achter, onthulden een pijnlijk geheim en leerden hem een waardevolle les over luisteren en liefhebben.
Juan was ooit de trots van zijn familie, met een vaste baan en een gelukkig leven met Claudia. Maar de dood van zijn vrouw veranderde alles. Hij werd een alleenstaande vader, die werkte en tegelijkertijd voor Diego zorgde.
Overdag bracht hij hem naar de kinderopvang vlakbij zijn kantoor, en als hij 's avonds terugkwam, waste hij hem, gaf hem te eten en legde hem in bed. Elke dag volgde hij een strikt schema om de leegte in zijn hart te vullen.
's Nachts, terwijl Diego sliep, werkte Juan in de woonkamer. Het geluid van zijn keyboard was het enige dat de stilte in huis verbrak.
Op een weekendochtend, terwijl hij het speelgoed in Diego's kamer opruimde, vond hij hem in een hoek staan, met zijn gezicht tegen de muur gedrukt, zonder te bewegen of een geluid te maken.