Het was net na één uur 's nachts toen de kleine Theo Bennett de spoedeisende hulp van het St. Catherine's Hospital in Vermont binnenkwam, zijn kleine zusje stevig vastgeklemd en gewikkeld in een dunne, vaalgele deken. Een stevige winterwind streek achter hem naar binnen toen de deuren opengingen en streelde zijn kleine, blote voetjes.
Alle verpleegsters bij de receptie draaiden zich om, verbaasd dat ze zo'n klein kind daar alleen zagen staan.
Verpleegster Olivia Grant was de eerste die dichterbij kwam. Haar hart zonk in haar schoenen toen ze de blauwe plekken op zijn armen en het kleine sneetje boven zijn wenkbrauw zag. Ze liep langzaam naar voren en sprak hem toe op een zachte, geruststellende toon.
"Schatje, gaat het wel? Waar zijn je ouders?" vroeg ze, terwijl ze op haar knieën ging zitten om in zijn grote, angstige ogen te kijken.
Theo's lippen trilden. "Ik heb... ik heb hulp nodig. Alsjeblieft... mijn zus heeft honger. En... we kunnen niet naar huis," fluisterde hij, zijn stem hees en breekbaar.
Olivia gebaarde dat ze op een stoel in de buurt moest gaan zitten. Onder de ziekenhuislampen waren de blauwe plekken op haar armen onmiskenbaar; donkere afdrukken waren zichtbaar door haar versleten trui. De baby, ongeveer acht maanden oud, bewoog zwakjes in haar armen, haar kleine handjes trilden.
Wordt vervolgd op de volgende pagina ️
️
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !